Ontwikkelingsgang van mens en mensheid
Alles wat bestaat is in ontwikkeling, vanaf het kleinste atoom tot het oneindige. Het kleinste is dat van de natuurkundige en het grootste atoom is de ruimte: de etherische samenstelling van alle sterrenbeelden, zonnestelsels en planeten die zich daarin bevinden. Ook als individuele mens zijn wij een atoom te noemen - een positieve kern met een negatief omhulsel - en een samenstellend deel van de mensheid van onze planeet Aarde. Het is de ontwikkelingsgang van mens en mensheid waar we ons hier beknopt mee bezighouden.
Beheersing van de lichamelijkheid
Naar ik begrepen heb is het mensdom zo’n 21 miljoen jaren geleden tot ontplooiing gekomen. In die tijd is het denkvermogen nog onontwikkeld en dient het alleen om de vijf zintuigen te vormen die de organen in het lichaam opbouwen. Het leven van de dan nog dierlijke mensheid is volledig in het fysieke lichaam geconcentreerd. Het hoogst haalbare in bewustzijn is in die tijd de beheersing van de lichamelijkheid, die zich tegenwoordig uit in de automatische werking van onze intelligente vorm.
Het begin van een materialistische beschaving
In een volgend tijdperk begint de mens enige vorm van mentale waarneming te krijgen en het beetje denkvermogen te gebruiken voor het vermeerderen van bezittingen. (Nog steeds herkenbaar in onze huidige tijd!). Het begin van een materialistische beschaving doet zijn intrede samen met het leven in steden. Dit zou zo’n 12 miljoen jaar geleden hebben plaatsgevonden. Het bewustzijn is dan fysiek en emotioneel gericht, het denkvermogen nog steeds onontwikkeld en te vergelijken met dat van een klein kind. Tegelijkertijd echter leven in die tijd ook hoogontwikkelde geïncarneerde zielen, een hiërarchie van wezens die ooit mensen waren, ons in evolutie voorgingen en door kennis en magische vermogens de elementale krachten van de aarde en het mineralen- planten- en dierenrijk beheersten. Een naar verhouding kleine, intelligente groep leidt de dan nog jonge mensheid.
Misbruik van kennis
De kloof tussen beide groepen – de ene de uitdrukking van de krachten van het materialisme en de andere van de energie van licht – wordt langzamerhand steeds wijder totdat die tegen het einde van dat tijdperk zó groot is en de scheidingslijnen tussen de twee levens- en gedachterichtingen zó scherp zijn, dat dit leidt tot een enorme crisis in de beschaafde wereld van toen. Er doen zich noodlottige ontwikkelingen voor door het vele misbruik van de kennis van formules en methodes waarmee zij de elementen weten te beheersen. Misbruik van allerlei aard, dat tot op de dag van vandaag nog gaande is, ontstaat door het gebruik van energieën en krachten voor eigen gewin of gerief.
Het begin van hebzucht
Zo worden de scheidingslijnen tussen materialisme en spiritualiteit steeds duidelijker en scherper. Spiritualiteit is in die tijd niet meer dan een sterk verlangen naar een vermoed hiernamaals en naar emotionele bevrediging. Er bestaat geen gedachte zoals wij die kennen, maar meer een reiken naar iets dat als onbereikbaar wordt gevoeld en naar wat de mens graag voor zichzelf wenst. Het begin van hebzucht is toen geboren, zouden we kunnen zeggen.
De zondvloed
Na een periode van grote chaos komt er een abrupt einde aan deze beschaving. Het merendeel van de mensheid wordt door water vernietigd van de aardbodem weggevaagd. Deze heftig ingrijpende gebeurtenis wordt in de geschiedenis beschreven als de zondvloed. Een overgebleven deel, de kern van de mensheid die toen werd gered, vormt nu de basis van onze huidige beschaving met de overgevoelige mens als opvallende erfenis.
Het materialistische denken
Als normale reactie op die overgevoeligheid is precies een tegengestelde beschaving opgebouwd, waarin de nadruk ligt op het tastbare, het materiële en het zichtbare. Deze lange periode van materialistisch denken is echter wel degelijk nodig geweest om te voorkomen dat de slinger te ver naar de andere kant, die van de mystiek, zou doorslaan.
Stap vooruit in evolutie
Nu leven we in een tijd waarin evenwicht in denken en voelen mogelijk en noodzakelijk is om onze fysieke/etherische, emotionele en mentale lichamen op één lijn te krijgen, en ons denken te verheffen uit de lichamelijkheid en emoties naar de uitbreiding van bewustzijn, die het mogelijk maakt het huidig bestaande gat tussen wetenschap en spiritualiteit te dichten. Elke stap vooruit in evolutie, richting geestelijk doel, richting meesterschap dat tegenwoordig het hoogst haalbare in bewustzijn is, vraagt ons afstand te doen van wat ons dierbaar lijkt, maar ons niet meer dient.
Schakelpunt tussen mensheid en kosmos
Velen van ons bestuderen spirituele zaken en zijn bereid die in eerste instantie als werkhypothese aan te nemen. Komen we echter in aanraking met ons eigen geestelijke middelpunt, de ziel, en weten we in dat zielsbewustzijn te leven, dan kunnen we langzaam maar zeker door deze open houding de uitwerking ervan in ons dagelijkse leven gaan her- en erkennen. Het zijn de zichtbare resultaten die ons ruimer inzicht en bewustzijn verschaffen, zoals bijvoorbeeld het innerlijke besef dat we in dit nieuwe tijdperk verbonden zijn met en open kunnen staan voor vernieuwende kosmische energieën, die ons in staat stellen ons aardse leven te transformeren naar dat van de geest. Door te transformeren kunnen we als schakelpunten tussen aarde en kosmos de verworvenheden praktisch inzetten om, van binnenuit en in samenwerking, passende oplossingen te vinden voor de huidige en toekomstige problemen van mensheid en aarde.